Bevroren Schouder

INLEIDING


Een ‘frozen shoulder' is een aandoening die zich uit door een combinatie van pijn in de schouder en bewegingsbeperkingen van de schouder. Het begin van de aandoening verloopt meestal vrij traag doch eindigt in een zeer invaliderende aandoening met een sterke weerslag op de dagelijkse activiteiten.



BESCHRIJVING VAN DE AANDOENING


Er bestaan twee vormen van ‘frozen shoulder', een primaire vorm, waarbij pijn en bewegingsbeperking voorkomen zonder aanwijsbare reden, en een secundaire vorm, die het gevolg is van een onderliggende ontsteking van de schouderpezen, van een trauma en of van een operatie. Patiënten met suikerziekte, schildklierlijden of de ziekte van Dupuytren (knobbels in de handpalm) hebben een grotere kans op het ontwikkelen van een ‘frozen shoulder'. Die patiënten zijn ook moeilijker te behandelen met conservatieve middelen.


Het is nog steeds zoeken naar de juiste oorzaak van een ‘frozen shoulder'. Er zijn al verschillende theorieën naar voren gebracht zonder dat de juiste oorzaak gekend is. Wat we zeker weten is dat bepaalde cellen van het schouderkapsel (fibroblasten) onder invloed van chemische stoffen in het gewricht (cytokinen en groeifactoren) gaan veranderen in cellen met een andere functie (myofibroblasten). Hierdoor verandert het schouderkapsel van een zeer dunne soepele uittrekbare structuur rond de schouder naar een verschrompelde, stugge structuur, met een sterke bewegingsbeperking van het schoudergewricht als gevolg. Aangezien de verschrompeling zich eerst en vooral voordoet in het voorste kapsel zal dit zich ook eerst uiten in een beperking van de buitenwaartse bewegingen (exorotatie) van de schouder.


Er zijn drie stadia te onderscheiden.


1/de bevriezende fase: hierbij is er een combinatie van pijn en beginnende bewegingsbeperking. Deze duurt gemiddeld één tot vier maanden.

2/de bevroren fase: hierbij gaat de pijn progressief weg, maar is er nog steeds bewegingsbeperking.

3/de uitdovende fase: hierbij ontstaat er een progressieve normalisatie van de beweeglijkheid, al dan niet volledig.


Het doorlopen van de drie stadia duurt gemiddeld 24 maanden. Er kan nadien echter ook nog een bewegingsbeperking overblijven.


Een ‘frozen shoulder' zal dan ook in bijna alle gevallen spontaan en uit zichzelf genezen. Het is een zeer lastige aandoening, aangezien ze zeer pijnlijk is en gedurende lange tijd een sterke invloed heeft op de dagelijkse activiteiten en bovendien de slaap verstoort.



KLACHTEN


Pijn en bewegingsbeperking zijn de voornaamste symptomen. Om een onderscheid te maken met andere klinische aandoeningen van de schouder moet men vooral letten op de beperking van de beweging van de schouder, zowel actief (door de patiënt) als passief (door de onderzoeker). Het is typisch voor een ‘frozen shoulder' dat er zowel actief als passief een gelijke bewegingsbeperking waar te nemen is. ‘Frozen shoulder' is dan ook in de eerste plaats een klinische diagnose, te stellen door de arts.



ONDERZOEKEN


Technische onderzoeken geven weinig bijkomende informatie bij een ‘frozen shoulder', ze kunnen enkel gebruikt worden om andere diagnoses uit te sluiten. Bij vermoeden van een frozen shoulder zal dan ook zelden bijkomend onderzoek aangevraagd worden.



BEHANDELING


De behandeling van een ‘frozen shoulder' hangt af van het stadium .


In de bevriezende fase wordt een combinatie van pijnstillende medicatie, kinesitherapie en 2 tot 3 spuitjes met depot-cortisone voorgeschreven. Met deze conservatieve behandeling kan het overgrote deel van de patiënten met een ‘frozen shoulder' succesvol behandeld worden. Het vraagt echter de nodige tijd en inspanningen van de patiënt.


In zeldzame gevallen waarbij de klachten na een lange periode onvoldoende verdwenen zijn kan men overgaan tot een heelkundige behandeling waarbij het schouderkapsel volledige wordt losgemaakt. Deze ingreep gebeurt via een kijkoperatie (arthroscopie) zodat de patiënt direct na de operatie kan starten met oefentherapie. De patiënt krijgt voldoende pijnstilling na de operatie zodat direct kan gestart worden met oefenen om te verhinderen dat het kapsel van de schouder opnieuw zou vast groeien. Intensieve kinesitherapie en een thuisprogramma om de herwonnen beweeglijkheid te behouden zijn dan ook essentieel.



COMPLICATIES


Een behandelde ‘frozen shoulder' kan terugkomen .

Blijvende verstijving van de schouder.

Shoulder-handsyndroom

Plexitis (irritatie van zenuwen), met verlengde pijn tot gevolg.



REVALIDATIE EN POSTOPERATIEVE ZORGEN


Indien een arthroscopische ingreep noodzakelijk is zal de patiënt voldoende pijnstilling na de operatie krijgen zodat direct kan gestart worden met oefenen om te verhinderen dat het kapsel van de schouder opnieuw zou vast groeien. Intensieve kinesitherapie en een thuisprogramma om de herwonnen beweeglijkheid te behouden zijn dan ook essentieel. Dit alles vergt dan ook een serieuze motivatie van de patiënt.